Ga naar de inhoud

Verblijf in het ziekenhuis (1)

Ik heb gemerkt dat terug gaan naar het begin best veel emotie oproept. Dat is ook een van de reden dat er nog geen vervolg is gekomen. Op zich werkt dit ook helend wat betreft emoties. Had toen een dagboek bij moeten houden, was nu makkelijker geweest.

Zal vanaf nu verder gaan bij het vorige verhaal.

Maandag 17 september 2012.

‘Gaat u hier maar even zitten dan wordt u zo opgeroepen,’ zei de baliemedewerkster. Nou, menigeen kent het wachten wel op de spoedeisende hulp. Geduld is dan een schone taak, niet wetend toen dat geduld iets is wat een terugkerend begrip zou worden in de toekomst. Heb geprobeerd geduld zaadjes te zaaien om op die manier met regelmaat te kunnen oogsten.

De stoelen in de wachtkamer zitten voor geen meter als je je niet goed voelt en je hele lichaam pijn doet. Eindelijk worden we opgeroepen en dachten dat we, dat ik nu wel geholpen zou worden. Niets was minder waar, weer werd je in een wachtkamer gezet en moest je met andere mensen maar ‘wachten’ tot je weer opgeroepen werd.Ik merkte dat ik het niet langer volhield, maar hield me groot tegenover de anderen in de wachtruimte. Het zitten ging niet meer, zakte op zij. Dat was het moment dat Jannes de verpleegkundige erbij riep om te vragen of ik ergens kon liggen. ‘Nog even geduld’ was eerst het antwoord. Toen ik steeds verder wegzakte riep Jannes dezelfde verpleegkundige en toen mocht ik op een bed liggen.Gelijk werden alle toeters en bellen aangezet.

Infuus werd aangelegd,prikken in de pols, hart werd in de gaten gehouden en de bloeddruk ook en de zuurstof werd gemeten omdat ik aangaf benauwd te hebben.

Gek is dat eigenlijk, heb me de hele zomer staande weten te houden. Allerlei dingen gedaan nog. En toen ik op dat bed kwam in het ziekenhuis en werd aangesloten op allerlei apparatuur, was het mij allemaal prima. Ik hoefde mij niet over te geven, had gewoon de kracht niet meer om iets te voelen of te merken. ‘De prik in de pols doet pijn, is een hele vervelende,’ zei de verpleegkundig, de prik is om zuurstofgehalte te meten. Ik merkte er niets van, had geen gevoel meer.

En toch dacht ik nog steeds dat het iets was wat met een kuurtje afgehandeld kon worden. Zoiets heb ik ook gevraagd toen de longarts kwam en haar antwoord was: ‘U bent ernstig ziek, we gaan u hier houden om onderzoeken te doen. U mag niet op een zaal gelegd worden maar ergens waar constante controle is.’Dat werd dus de MC(Medium Care). Daar vertelden ze Jannes dat ik geen dag later had moeten komen want dat had ik het niet meer overleefd. Mijn lichaam was helemaal uitgeleefd. Kon niet slikken, niet zelf meer plassen en de rest was ook op de hobbel. Dit heb ik zelf helemaal niet in de gaten gehad, wist wel dat ik heel ziek was, nou ja wist, je voelt dat je lichaam niet je lichaam meer is.

Daar heb ik 4 dagen gelegen totdat ik zelf aangaf of ik niet naar een andere kamer kon. Wat ik daarop de MC mee gemaakt heb, ga ik hier niets over zeggen. Niets ten nadele van de zorg hoor! Die was super op de MC. Lichamelijk was ik een wrak maar mijn gehoor was heel scherp. Het was er zo druk, dat ik merkte dat dat veel energie vrat bij mij. Werd toen naar een tweepersoonskamer gebracht omdat ik nog steeds niet op een zaal mocht. Dit werd mijn verblijf voor 5 weken. Er kwamen mensen bij mij op de kamer en ze gingen weer. Soms een paar dagen, soms wat langer. En ik bleef achter, voor 5 weken.

Dagelijks werd ik gehaald of gebracht naar onderzoeken die gedaan moesten worden. Voor mijn gevoel was er geen apparatuur in het ziekenhuis waar ik niet mee te maken kreeg.Verschillende artsen kwamen langs en elke donderdag kwam er een team van artsen. Specialisten van hoofd tot teen, kwamen aan mijn bed en wilden op hun specialisatie onderzoek doen. Elke dag bloedprikken, wat soms heel moeilijk ging dus werd er geprikt op alle plekken waar maar geprikt kon worden. De afdeling kon wel behangt worden met de vele foto’s bij wijze van spreken.

Het vervelendste van dit alles was dat wij steeds geen uitslag kregen van een onderzoek. Vaak een gesprek aangevraagd en steeds weer te horen gekregen, ‘we willen nog een onderzoek doen om zeker te weten wat het is’. Ze wisten het dus, nog steeds niet. Dit was een hele moeilijke, spannende periode voor Jannes en de kinderen. Zij hadden geen idee welke kant het op zou gaan met mij. Zij zagen mij alleen maar verder achteruitgaan. En in hun ogen werd er niet genoeg gedaan. Langzamerhand was ik zelf ook wel klaar met de onderzoeken, had de energie er niet meer voor. Er kwamen ook allerlei bijzaken bij zoals: doordat ik niet genoeg zuurstof had kreeg ik een slangetje in de neus. Het plaatsen was al niet makkelijk gegaan maar het begon te ontsteken in de neus dus moest het eruit en kreeg ik zo’n slangetje met uiteinden onder de neus. Had een infuus, op de gewone plaatst waar het meestal zit. Had al een poosje aangegeven dat het irriteerde, ‘kwestie van wennen’ kreeg ik dan als antwoord. Terwijl het rood en opgezwollen was. Totdat het zo’n pijn deed dat het er toch uitgehaald moest worden, het was ontstoken. Maar toen kwam het vervelende, er moest een andere plek opgezocht worden. Werd steeds weer opnieuw geprikt, totdat tussen de knokkels in een plekje werd gevonden. U begrijpt dat dit geen handige plek was,maar ach alles went.

Ook wilden ze een longonderzoek doen, bronchoscopie, dit was een eenvoudig iets voor hen. Totdat het bij mij moest gebeuren, de arts kon niet met het buisje erin komen, tweede arts erbij gehaald. Dat lukte ook niet. En ik lag daar maar alles te ondergaan,op een gegeven moment dacht ik dat ik zou stikken. Toen zijn ze gestopt en hebben besloten om een andere manier te bedenken.

Longtesten waren negatief en het fietsen ging totaal niet, kon het gewoon niet volhouden. Dus voor mij was het duidelijk dat er iets goed mis was.

De longarts kwam bij me met de vraag of hij nog een onderzoek mocht doen, ze vermoeden nl dat ik vocht achter de longen had en daar wilde hij even naar kijken. Natuurlijk gaf ik toestemming en op zich was dit geen vervelend onderzoek, de arts vertelde precies wat hij deed. Dat was prettig. Natuurlijk was het niet pijnvrij maar na al die pijn die ik al gehad had,vooral de vrijdag op zaterdag nacht voor de opname stelde dit niet zoveel voor. Op een gegeven moment zei de arts tegen zijn assistent dat hij meer potjes nodig had en dat er bloed in zat. Dat triggerde mij niet. Ik dacht, logisch dat er bloed komt, als je in mijn rug prikt komt er toch bloed! Later bleek dat idd niet goed te zijn. Zelfs op een dag dat de bloeddruk werd opgemeten kwam er een reactie, kreeg de arm helemaal rood en opgezwollen, een dag met koude handdoek op mijn arm gelegen, daarna zakte het af. Alleen bleef de arm wel pijnlijk.

Zo werd ik op een vrijdagmorgen al om 7.30 uur opgehaald door een ambulance. Ging een dagje uit,naar de twee ziekenhuizen in Zwolle (toen was dat nog het oude ziekenhuis, de Wezenlanden en Sophia ziekenhuis). In het ene ziekenhuis moest ik in de scan die ze in Bethesda niet hadden volgens mij was dat de pet-scan en in het andere ziekenhuis gingen ze met een camera bekijken waarom de bronchoscopie mislukte.Gelukkig mocht Jannes mee.

Wordt vervolgd

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.